In 1192 werd in Aduard het cisterciënzer klooster gesticht dat uit zou groeien tot een van de grootste en meest invloedrijke kloosters van Noordwest Europa.
In een tijd dat grote delen van het huidige Nederland nog bestonden uit woeste gronden, ondoordringbaar kreupelhout, veenplassen en dun bevolkte, nauwelijks in cultuur gebrachte landbouwgebieden, perfectioneerden de monniken uit Aduard het vruchtbare Wierdengebied van het westerkwartier in Groningen. In dit landschap, tegenwoordig een van de oudste cultuurgebieden van Europa, werden waterwegen gekanaliseerd, de waddengebieden bedijkt en in cultuur gebracht, stenen gebouwen neergezet, onderwijs ontwikkeld en handel bedreven, lang voor westelijk Nederland een soortgelijke ontwikkeling kon inzetten.
De wierden, heuvels in het natte landschap van vruchtbare aarde voor mens en dier, werden met elkaar verbonden door samenwerking tegen het water. Onder leiding van de abten van Aduard werden de eerste zijlvesten, 13e eeuwse voorlopers van de waterschappen, gesticht. Waterwegen werden gegraven ten behoeve van de handel in landbouwproducten en van kloostermoppen.
De aanwezige klei en turf vormden de grondstoffen om kloostermoppen te bakken en zo de stenen bouwwerken te kunnen laten verrijzen. Kerken, kloosters, boerderijen en woningen werden in steen gebouwd, voor de komst van de monniken een materiaal dat slechts aan enkele gebouwen was voorbehouden.
De monniken van Aduard dreven handel in landbouwproducten en stenen met het Oostzeegebied en brachten hout weerom naar onze gebieden. Daartoe maakten ze volwaardig deel uit van het internationale handelsverbond van de Hanze, gesticht meer dan 300 jaar voor VOC en WIC. Het grote refugium in de stad Groningen, de latere factorij van de Groninger kamer van de WIC, was de plek waar de zwaarbeladen kogges vertrokken en weer terugkeerden.
Basis Nederlandse universiteiten ligt in Aduard
Naast het onderwijs dat werd gegeven aan onder anderen novicen en kinderen van de beter gesitueerden, ontstond in de tweede helft van de 15 eeuw de zgn. Aduarder Kring. Hierin werd door geleerden van internationale reputatie de wetenschappen van die tijd beoefend, met name uiteraard de theologische aspecten in een veranderende maatschappij. Dit gebeurde meer dan honderd jaar voor de eerste universiteit van Nederland in 1575 in Leiden werd gesticht. Er wordt gesteld dat de Aduarder Kring de feitelijke voorloper van universiteiten in Nederland is geweest.
Het cisterciënzer klooster, gewijd aan de heilige Bernardus van Clairvaux heeft van 1192 tot 1594 bestaan en vele sporen nagelaten in ontwikkeling en geschiedenis van Nederland.
De herinnering aan dit roemrijke verleden wordt levend gehouden in het kloostermuseum St. Bernardushof te Aduard. Tot het bezoek aan dit museum met steeds wisselende exposites over aspecten van het rijke kloosterbestaan hoort ook een rondleiding in de voormalige ziekenzaal van het klooster. Dit gebouw, het oudste bestaande medische monument van de Nederlanden uit 1297, is uniek door de bewaarde bouwstijl en de originele vloeren.
De vrijwilligers van het museum heten u van harte welkom en vertellen graag het grote verhaal van een klooster in een klein museum.